Carolus van Troostenberghe

Leuven ± 1591 - 's-Hertogenbosch 13 januari 1659

Kloosternaam: Columbanus van Leuven. Kapucijn van de Belgische provincie, en vanaf 1616 van de Vlaamse provincie. Zoon van Joannes en Gertrudis Crabbe; geboren rond 1591. Geprofest op 8 september 1612; tonsuur en mindere orden te Mechelen op 21 september 1612; subdiaken gewijd te Mechelen op 20 december 1614; diaken gewijd te Antwerpen op 19 december 1615 en priester te Antwerpen op 23 december 1617. Jurisdictie te Gent (23 oktober 1619) en te Brugge (14 juli 1623). Discreet te Oudenaarde (1620-1621); discreet te Gent (1622); discreet te Ieper (1622-1623); gardiaan te Brugge (1623-1625); gardiaan te Mechelen (1625-1626); discreet te Maastricht (1626-1628); vicaris te 's-Hertogenbosch (1628-1630); Lector filosofie te Oudenaarde (nog voor hij tot priester gewijd was) (1617-1618); lector theologie te Oudenaarde (1619-1621); lector theologie te Gent (1621-1622); vicaris provinciaal voor Holland (1639). Samen met Basilius van Brugge wordt hij berispt omdat ze de lezing van mystieke boeken bevorderen (1630); betrokken bij stichting van zusters van de congregatie onder de Bogen in Maastricht; wordt beschuldigd van jansenisme door de la Torre (1657) en Arnold van Geluwe. Sterft te 's-Hertogenbosch op 13 januari 1659.
Liet te Brugge een handboekje zonder schrijversnaam drukken, onder de titel van 't Bondelke van Myrthe, besluitend zekere oeffeninghe voor het vermaert broederschap van de seven weeën der H. Moeder Gods Maria, goedgekeurd te Brugge in 1626 en daar ook herdrukt in 1644 en 1769. In dezelfde stad verscheen in 1627 een Latijnse bewerking, Fasciculus Myrrhae en te Mechelen in 1692 een Bondelke van Myrrhe voor de broederschap in O.L.V. over de Dijle.
Ligt misschien aan de basis van Antoninus van Tienen, Geestelycke oeffeningen voor noviciën (1718).
Literatuur
La vie de la vénérable mère fondatrice et première supérieure du monastère nommé le Mont Calvaire, à Maestricht, écrite par elle-même, en flamand et traduite en françois, par un prêtre du diocèse de Liége, Luik, 1720; A. Frenken (ed.), Het dagboek van Michaël Ophovius, 4 augustus 1629 - einde 1631, in Bossche bijdragen, 15 (1937-1938), blz. 39, 63, 83, 85, 86, 226, 247, 274, 290, 295, 299, 307; A. Van de Kerckhove, Geschiedenis van het koninglyke broederschap der zeven weedommen van Maria, door Philippus I, koning van Spanjen en 31en graef van Vlaenderen, in St. Salvator's kerk te Brugge ingesteld ten jare 1492, Roeselare, 1860, blz. 161; Alph. G.J. Mosmans, De Capucijn-missionaris pater Columbanus te 's-Hertogenbosch, in Taxandria, 18 (1911), blz. 229-301; Frédégand d'Anvers, La vie religieuse et familiale en Belgique au XVIIe siècle: étude sur le père Charles d'Arenberg, frère-mineur capucin 1593-1669, Paris, 1919, blz. 294 en 297-302; Hildebrand, De kapucijnen, 5 (1950), blz. 90, 97, 98, 212, 225, 245, 326, 381; 6 (1951), blz. 85-91, 93-94, 96, 97 n. 2, 98, 99, 102-105, 108, 111, 115, 131, 145, 151-153 n. 1, 178-194, 196, 198, 214 n. 2, 215, 229, 237, 240, 245, 328, 347; 7 (1952), blz. 190 (nr. 1250); 8 (1954), 454, 504, 533, 722, 724, 743, 754; 9 (1955), blz. 80, 116, 158-159, 443, 529, 694; 10 (1956), blz. 481; Hildebrand, Uitgaven betreffende Nederlandsche kapucijnen, in Ons Geestelijk Erf, 7 (1933), blz. 443-445 (ev. contacten met Zachmoorter). [Antwoord op Gerlach, Wie is de auteur van de "Geestelycke oeffeninge voor de novitien"?, in Franciscaansch leven, 15(1932), blz. 299-301].
G. Van Reyn en E. Persoons
Biografie

Columbanus van Leuven O.F.M. Cap.

Bronnen
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname Huizen en Gebouwen van ´s-Hertogenbosch, ´s-Hertogenbosch 1910, deel III, p. 167-175
Alphons G.J. Mosmans, De Capucijn-missionaris pater Columbanus te ´s-Hertogenbosch, in ´Taxandria´, 18e jaargang, 1911, p. 229-237
P. Gerlachus van ´s-Hertogenbosch, O.M. Cap. De Minderbroeders-Capucijnen in ´s-Hertogenbosch 1611-1935, ´s-Hertogenbosch 1935
Henny Molhuysen, Verhalen en Legenden, Columbanus, artikel in het Brabants Dagblad 27-5-1993
Ton Vogel, Schuilkerken en hun bedienaren in ´s-Hertogenbosch 1629-1811, p.71-76, Uitgave: Kring Vrienden van ´s-Hertogenbosch, 2010
P. Placidius, O.M. Cap. 'Zorgen van Bisschop Ophovius na den val van Den Bosch in 1629' in: Bossche Bijdragen XIII (1935-1936)
Ton Vogel, juli 2013
Literatuur en bronnenpublicaties

P. Hildebrand, De Kapucijnen in de Nederlanden en het Prinsbisdom Luik V (1950) 90, 97, 98, 212, 225, 245, 326, 381; VI (1951) 85-91, 93-94, 96, 97n 98, 99, 102-105, 108, 111, 115, 131, 145, 151-153, 153n, 178-194, 196, 198, 214n, 215, 229, 237, 240, 245, 328, 347; VII (1952) 190; 8 (1954) 454, 504, 533, 722, 724, 743, 754; IX (1955) 80, 116, 158-159, 443, 529, 694; X (1956) 481

n: vermelding in een voetnoot